Arthur Rostron Autograph Arthur Rostron Arthur Rostron Achterkant fotokaderAchterkant fotoMargaret BrownDana B. MerrillArthur Henry Rostron werd op 14 mei 1869 in de wijk Astley Bridge in de stad Bolton (Engeland) geboren als zoon van James en Nancy Rostron. Na zijn opleiding aan de Astley Bridge High School begon hij op 15-jarige leeftijd zijn carrière als kadet op het trainingsschip Conway. Twee jaar later werd hij leerjongen aan boord van de klipper Cedric the Saxon van de rederij Waverley Line en reisde zo de hele wereld rond.

Nog eens drie jaar later werd hij tweede stuurman aan boord van de bark Red Gauntlet van dezelfde rederij. Na tweeënhalf jaar ervaring als tweede stuurman werd hij gepromoveerd tot stuurman en verliet kort daarna de Waverley Line waarna hij eerst in dienst ging op de bark Camphill en daarna op het stoomschip de Concord. Op 28 april 1893 werd hij aangesteld als sub-luitenant bij de Royal Naval Reserve. Tijdens zijn dienst op de Concord slaagde hij in december 1894 voor het examen voor zijn extra certificaat als gezagvoerder. In januari 1895 kon hij als vierde officier terecht op de RMS Umbria van rederij Cunard Line.

Tot 1904 wanneer hij als lid van de Royal Navy Reserve tijdelijk dienst nam bij de Royal Navy gedurende een periode van internationale spanningen als gevolg van de Russisch-Japanse oorlog was hij in dienst op diverse schepen van de Cunard Line waaronder de Aurania, Etruria, Servia, Cherbourg, Ultonia en Saxonia.
Bij zijn terugkeer naar de Cunard Line in 1907 werd hij aangesteld als eerste officier op de RMS Lusitania maar werd de dag voor de eerste reis van de Lusitania overgeplaatst naar het vrachtschip de Brescia, dit keer als kapitein.

De Brescia en zijn volgende schepen voeren op het Middelandse Zeegebied en in 1911 werd hij kapitein van zijn eerste passagiersschip de Pannonia. Vervolgens werd hij kapitein op de RMS Carpathia. Bij de Royal Navy Reserve was hij ondertussen opgeklommen tot luitenant en op 18 januari 1912 werd hij gepromoveerd tot commandant.

Ondanks zijn uitgebreide en gevarieerde carrière is Arthur Rostron vooral gekend als de kapitein van de Carpathia tijdens de reddingsactie naar aanleiding van de ramp met de Titanic.

De Carpathia was onderweg van New York naar Fiume (Rijeka) toen kapitein Rostron in de nacht van 14 op 15 april gewekt werd door radio operator Harold Cottam. Rostron gaf onmiddellijk het bevel om koers te zetten richting de door de Titanic opgegeven positie. Pas nadat het bevel gegeven was en het schip al begon te draaien vroeg Arthur Rostron aan Harold Cottam bevestiging of hij echt zeker was van het noodsignaal van de Titanic. Hij voorzag extra uitkijkposten om rond het pakijs en de ijsschotsen te kunnen manoeuvreren en met de hulp van zijn hoofdmachinist wist hij een snelheid van 17,5 knopen (+/- 32,5 km/u) uit de motoren te halen, 3,5 meer dan de snelheid waarop de Carpathia voorzien was. Het schip zou in haar latere carrière trouwens nooit meer deze snelheid halen. Op dat ogenblik waren ze nog 93 km verwijderd van de door de Titanic opgegeven positie en de Carpathia zou er uiteindelijk 3,5 uur over doen om deze positie te bereiken.

Niet alleen werd de verwarming op de Carpathia uitgezet om alle beschikbare stoom naar de motoren te kunnen leiden, ook tal van andere voorbereidingen werden getroffen. Zo werden warme dranken, voedsel en dekens voorzien voor de overlevenden en ook de medische staf stond paraat voor het verzorgen van eventuele gewonden. Rostron liet ook de reddingsboten klaarmaken en uitzwenken. Bij dit alles ging hij zo kordaat en efficient te werk dat 23 van zijn orders reeds uitgevoerd waren voordat de Carpathia nog maar de positie van de Titanic bereikte. Rostron was ook een devoot man en nadat hij zijn orders gegeven had trok hij zich terug voor een lang gebed. De nachtelijke reddingstocht van de Carpathia was gezien de ijsschotsen, het pakijs en de hoge snelheid vrij risicovol en achteraf zou Rostron vertellen dat niet hij maar iemand anders de hand op het roer moet gehad hebben. Hiermee bedoelde hij waarschijnlijk God.

Toen de Carpathia de positie van de Titanic bijna bereikt had gaf Rostron de opdracht groene vuurpijlen af te vuren met een interval van 15 minuten als signaal voor de Titanic mocht ze nog drijven of om de overlevenden aan te moedigen. Ongeveer een uur na het afvuren van de eerste vuurpijl kon de Carpathia beginnen met het aan boord halen van de eerste overlevenden. In totaal werden 710 personen gered waarvan minstens een iemand nog aan boord van de Carpathia is gestorven.

Achteraf zou Rostron getuigen dat hij tijdens de reddingsactie erg weinig wrakhout had gezien en slechts een lichaam had aangetroffen in het water. Dit leidt tot de akelige conclusie dat de Carpathia het eigenlijke wrakgebied van de Titanic nooit bereikt heeft.

Onder de passagiers op de Carpathia bevonden zich die nacht Louis M. Ogden een advocaat uit New York en zijn echtgenote Augusta Ogden. Tijdens die tragische nacht hielpen zij de reddingsactie fotograferen en documenteren en boden zij ook ondersteuning aan aan de slachtoffers. Zo leerden zij en kapitein Rostron elkaar kennen en ze zouden voor de rest van hun verdere leven contact met elkaar onderhouden. De gesigneerde foto van kapitein Rostron hiernaast maakte deel uit van de bezittingen van het echtpaar Ogden en dateert uit 1925. Op de foto is Rostron te zien in zijn uniform van adjudant van de Britse koning George V (aide de camp), de allerhoogste erkenning die men als zeevaarder kon krijgen.

De foto werd genomen door de bekende New Yorkse fotograaf Dana B. Merrill (geboren in 1877). Op de foto helemaal onderaan is Dana B. Merrill te zien tussen een groepje luidruchtige jongeren. Dana staat rechtsboven op de foto als enige persoon van de groep met een serieuze gelaatsuitdrukking.

Als blijk van erkentelijkheid voor zijn optreden tijdens de ramp met de Titanic kreeg Arthur Rostron in 1912 in naam van de overlevenden van de Titanic uit de handen van Margaret Brown een gegraveerde vriendschapsbeker en een gouden medaille (zie voorlaatste foto). De officieren van de Carpathia kregen elk een zilveren medaille en voor de overige bemanningsleden was een bronzen exemplaar voorzien. Margaret Brown, in 1867 geboren als Margaret Tobin (Maggie voor de vrienden) zou pas in 1960 en 1964 naar aanleiding van een musical en een film posthuum de bekende bijnaam "Unsinkable Molly Brown" krijgen.

Rostron zou ook nog van diverse organisaties en verenigingen onderscheidingen ontvangen en een paar maanden later werd hem door president Taft de Congressional Gold Medal uitgereikt, de hoogste onderscheiding welke men in de Verenigde Staten kan ontvangen. Hij zou nog een jaar in dienst blijven op de Carpathia waarna hij het bevel nam over de Caronia, Campania en Lusitania. Als kapitein van de Aulania zou hij tijdens de eerste wereldoorlog met grote verdienste betrokken raken bij de Slag om Gallipoli in Turkije. Na de eerste wereldoorlog zou hij kapitein van de Mauretania worden, het vlaggenschip van de Cunard Line. In 1926 kreeg hij het bevel over de RMS Berengaria en kort daarna zou hij commandeur (commodore) van de Cunard Line worden. In hetzelfde jaar werd hij ook nog geridderd door het Britse koningshuis.

Nadat Arthur Rostron in 1931 op pensioen ging schreef hij zijn autobiografie "Home From the Sea". Rostron overleed op 4 november 1940 op 71-jarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking in het Cottage Hospital, Chippenham, Wiltshire.
Hij is samen met zijn vrouw Ethel Minnie Rostron welke 3 jaar later overleed begraven op het kerkhof van West End Church in Southampton. De straat Rostron Close in West End, Southampton is naar hem vernoemd.

Ga naar boven