Archibald Butt Archibald ButtArchibald ButtButt-Millet Memorial Fountain - Presidents Park - Washington DC - 2012-05-16Archibald Butt werd op 26 september 1865 geboren in Augusta, Georgia als zoon van Joshua Willingham Butt en Pamela Robertson Butt (geboren Boggs). Zowel zijn grootvader als overgrootvader hadden gediend in de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog (1775 - 1783). Butt had twee oudere broers (Edward en Lewis), een jongere broer (John) en een zus (Clara). De familie was arm en Butt ging in zijn jeugd naar verschillende lokale scholen waaronder Summerville Academy.

Toen hij 14 jaar werd overleed zijn vader en ging Archibald uit werken om zijn moeder, zus en jongere broer te onderhouden. Zijn moeder Pamela had graag gehad dat hij geestelijke zou worden en zo kwam hij in contact met eerwaarde Edwin G. Weed, die later bisschop binnen de Episcopaalse Kerk in Florida zou worden. Dankzij de financiële steun van deze geestelijke kon hij aan The University of the South in Sewanee, Tennessee studeren. Tijdens zijn studies kreeg hij interesse voor journalistiek en kort nadat hij in 1888 afstudeerde kon hij als verslaggever aan de slag bij de Louisville Courier-Journal.

Enkele jaren later zou hij naar Washington, D.C. verhuizen en nationaal verslaggever worden voor verschillende zuidelijke kranten. Hij was er erg populair in diverse sociale kringen en werd door senator Matt Ransom gevraagd voor de functie van eerste secretaris op de Amerikaanse ambassade in Mexico. Tijdens zijn verblijf in Mexico schreef hij diverse artikels voor Amerikaanse magazines en schreef hij ook enkele romans.

Wanneer de Spaans-Amerikaanse oorlog in 1898 uitbrak besloot Archibald ondanks zijn literaire carrière dienst te nemen in het leger. Dit omwille van de rijke militaire geschiedenis van zijn voorouders en omdat hij zijn familie wilde vertegenwoordigen bij gebrek aan andere directe familieleden in het leger. Als assistent kwartiermeester organiseerde hij transporten van dieren en kwam zo in de Filippijnen terecht. Nadat hij in 1901 afzwaaide zette hij zijn sociale activiteiten verder op de Filippijnen tot hij in 1904 teruggeroepen werd naar Washington, D.C.

Zijn organisatietalent had indruk gemaakt bij zijn oversten en hij werd aangesteld als kwartiermeester van het legerdepot in Washington, D.C. Wanneer in 1906 in Cuba een revolutie uitbrak tegen Tomás Estrada Palma kreeg hij de leiding over de logistiek en zette op nauwelijks twee dagen tijd een goed functionerend legerdepot in Havana op.

In maart 1908 werd hij door president Theodore Roosevelt gevraagd als militair assistent. Theodore Roosevelt was erg onder de indruk van zijn organisatorische talenten en ook de aanbeveling van William Howard Taft die Archibald tijdens zijn overzees verblijf had leren kennen speelde mee. Hij werd een van Roosevelts meest dichte kameraden en ze gingen dan ook regelmatig samen bergbeklimmen, wandelen, paardrijden, lopen, zwemmen en tennissen.

Toen William Howard Taft in maart 1909 president werd, vroeg hij Archibald om in zijn functie van militair assistent aan te blijven. In 1912, aan het einde van de eerste presidentiële termijn van Taft liepen de spanningen tussen Theodore Roosevelt en William Taft verder op en er gingen geruchten dat Roosevelt zich opnieuw kandidaat zou stellen voor het presidentschap. Archibald Butt, die ondertussen de titel van majoor had gekregen, was extreem loyaal te opzichte van beide mannen en zat letterlijk tussen twee vuren. Hij begon meer en meer depressief te worden en toonde tekenen van uitputting. Samen met zijn huisgenoot en vriend Francis Davis Millet vroeg hij Taft verlof om te kunnen recupereren waara Taft hem het order gaf op vakantie te vertrekken.

Butt vertrok samen met Millet op een zes weken durende vakantie doorheen Europa en boekte voor de terugreis eerste klasse suite B38 op de Titanic. De schrijver, schilder en beeldhouwer Millet verbleef in eerste klasse kajuit E38. Op het moment van de aanvaring met de ijsberg zat Archibald in de eerste klasse rookruimte te kaarten samen met enkele van zijn nieuwe vrienden waaronder Arthur Ryerson. Volgens diverse geruchten zou hij tijdens het zinken van de Titanic de leiding genomen hebben en verschillende vrouwen en kinderen in de reddingsboten geholpen hebben terwijl hij de mannen met een ijzeren staaf op afstand hield. Waarschijnlijker is het dat hij samen met een groep mannen op het dek stond tijdens de ondergang van het schip. Ook ging het gerucht dat hij homoseksueel was en dat Francis Millet zijn partner was, iets wat we noch kunnen ontkennen of bevestigen.

Het lichaam van Archibald Butt werd nooit teruggevonden. Het lichaam van Francis Millet werd door het kabelschip Mackay-Bennett geborgen. Millet is begraven op het kerkhof van East Bridgewater, Massachusetts. In 1913 werd in Washington, D.C. een herdenkingsfontein opgericht ter nagedachtenis van Archibald Butt en Francis Millet.

Ga naar boven