Postkaart Titanic Postkaart TitanicIn het begin van de 20ste eeuw bestonden er nog geen moderne communicatiemiddelen zoals wij die de dag van vandaag kennen. Toen was het gebruik van postkaarten om korte berichtjes naar elkaar te sturen enorm populair.

De postkaart hiernaast is vanuit Southampton verstuurd op 10 april 1912, de dag dat de Titanic vertrok voor haar eerste en laatste reis.

Op de voorzijde is niet de RMS Titanic, maar de RMS Olympic (gefotografeerd begin juni 1911 te Liverpool) te zien. Aangezien de Titanic toen nog fonkelnieuw was waren er nog niet zoveel foto's van de Titanic zelf beschikbaar en het was de gewoonte bij onder andere de White Star Line zelf om foto's van de Olympic te gebruiken als zogezegde foto's van de Titanic.

Onderaan is volgende tekst te zien: "White Star triple-screw Steamer 'Titanic' 45.000 tons. This & the sister ship 'Olympic' 45.000 are the two largest vessels in the world." ofwel "Het White Star stoomschip met 3 schroeven 'Titanic', 45.000 ton. Dit schip en het zusterschip 'Olympic', 45.000 ton zijn de twee grootste vaartuigen ter wereld.

Achteraan zien we dat de postkaart is afgestempeld op 10 april 1912 (APL 1012A) en dit rond 14.30 uur in de namiddag. Op de postzegel is de toenmalige Britse koning "King George V" te zien.

Op de kaart is volgende boodschap geschreven: "Dear a Just been to Southampton going to Fratton now will write letter tommorrow as" ofwel "Beste a., Ik ben zonet in Southampton geweest. Ik ga nu naar Fratton. Ik zal je morgen een brief schrijven. a.s.".

In potlood heeft iemand later genoteerd "Posted day ship sailed" en "Presinkin".

Het lijkt aannemelijk dat de schrijver (of schrijfster) van de postkaart "a.s." aanwezig was bij het vertrek van de Titanic aan ankerplaats/dok 44 (Berth 44) te Southampton en daar deze postkaart gekocht heeft. Na het vertrek dat met ongeveer een uur vertraagd was door een bijna botsing met de SS City of New York, heeft hij/zij de kaart vermoedelijk gepost in het gebouw van de hoofdpost voor de dokken in Southampton, ongeveer 500-700 meter van dok 44. Thans heet dit gebouw het "Admiralty House" en werd het begin 2000 geconverteerd naar een appartementsgebouw. Vanuit datzelfde gebouw werden op 10 april 1912 meer dan 1.300 postzakken aan boord van de Titanic gebracht. De vijf postbeambten van de postkamer op de Titanic zouden enkele dagen later allen omkomen bij hun pogingen om de postzakken te redden.

Het kan helaas niet bewezen worden, maar de mogelijkheid is reëel dat deze postkaart aan boord van de Titanic is gekocht.

De kaart was gericht aan ofwel Agnes Stevens, naaister, 19 jaar ofwel Alice Grace Stevens, naaister, 17 jaar, beiden woonachtig bij hun ouders Thomas Stevens en Susannah Stevens. Ze leefden op Chestnut Cottage, Cricket Hill, Yateley, Hants, een redelijk bescheiden doch genoeglijke vrijstaande arbeiderswoning welke hun eigendom was. Hun vader Thomas werkte toen als tuinier in de tuinen van Minley Manor, een groot landgoed te Minley, niet ver van Yateley. Agnes trouwde later met Edward Pulker en was in haar latere dagen gekend als "Aggie Pulker". Zowel Agnes als Alice Grace bleven kinderloos. Alice Grace overleed in 1947. Edward Pulker overleed in 1949 waarna Agnes tot haar dood in 1974 weduwe bleef.

Benefietprogramma slachtoffers ramp Titanic Benefietprogramma slachtoffers ramp TitanicBenefietprogramma slachtoffers ramp TitanicBenefietprogramma slachtoffers ramp TitanicBenefietprogramma slachtoffers ramp TitanicBenefietprogramma slachtoffers ramp TitanicGaumont Southend-on-SeaThe Site of the Hippodrome Theatre, Southend-on-Sea in August 2009 - Photo: Matthew Lloyd - www.arthurlloyd.co.ukIn de nasleep van de ramp met de Titanic werden niet alleen steunfondsen voor de slachtoffers en hun nabestaanden opgericht maar werden ook op diverse plaatsen benefietoptredens georganiseerd.

Het programmaboekje hiernaast is van zo'n benefietoptreden in het Hippodroom theater te Southend-on-Sea, een stadje in het zuidoosten van Engeland.

De namiddagvoorstelling of matinee ten bate van de weduwen en wezen van de ramp met de Titanic, ging door op donderdag 25 april 1912 om 14 uur. In totaal namen 26 artiesten deel aan de matinee.

De voor- en achterzijde van het boekje zijn gemaakt van dun karton bedekt met bedrukt zijde.

Op de eerste bladzijde vinden we de bekende Engelse Christelijke hymne "Nearer My God to Thee" terug. Hiervan bestaan 2 Nederlandse vertalingen: "Nader mijn God, bij U" en "Nader tot U, o Heer". Het publiek werd vriendelijk verzocht de hymne rechtstaand mee te zingen voor het begin van de optredens. Algemeen wordt aangenomen dat deze hymne het laatste nummer was dat het orkest van de Titanic zou gespeeld hebben.

Na de aanvaring met de ijsberg kreeg het orkest de opdracht doorlopend luchtige muziek te spelen om de passagiers gerust te stellen en paniek te vermijden. Zo passeerden onder andere "Alexander's Ragtime Band" van Irving Berlin, "In the Shadows" van Herman Finck en de wals "Songe d'Automne" van Archibald Joyce de revue.

Volgens overlevenden zou het orkest in het laatste halfuur vooraleer de Titanic onder de golven verdween verschillende hymnes hebben gespeeld waaronder "Nearer My God to Thee" om de passagiers die nog aan boord waren nadat de laatste reddingsboten vertrokken waren wat moed te geven. Het is echter niet zeker dat deze hymne effectief het laatste stuk is wat het orkest gespeeld heeft.

In het midden van het boekje is het programma en een overzicht van de artiesten terug te vinden. Het loont de moeite om deze namen eens op te zoeken op het internet. Van een aantal is nog steeds aardig wat informatie terug te vinden.

Op de voorlaatste bladzijde vinden we een aantal dankbetuigingen en aan de achterkant tenslotte de "laatste woorden" van kapitein John Edward Smith, "Be British". Dit klopt echter niet gezien zijn gesofisticeerde achtergrond en zijn populariteit bij Amerikaanse en Canadese passagiers. Als hij dit al gezegd zou hebben zou het alleen tegen de bemanning zijn geweest en daarvan herinnerde zich niemand deze woorden.

Het Hippodroom theater in Southend on Sea werd gebouwd door de bekende theaterarchitect Bertie Crew en opende de deuren op 8 november 1909. Het was ontworpen voor toneel en variété en maakte deel uit van een circuit van theaters van impresario Sir Walter de Frece.

In 1928 werd het overgenomen door Gaumont Theatres en in 1933 werd het geconverteerd naar een bioscoop, de "Gaumont Palace" met een capaciteit van 1.588 toeschouwers. Vanaf 1937 heette de bioscoop gewoon "Gaumont". Zie foto helemaal onderaan.

De bioscoop sloot in 1956 en het gebouw werd twee jaar later in 1958 afgebroken waarna op het vrijgekomen terrein een supermarkt werd gebouwd. Thans (2015) is er op deze locatie een onder andere een tandarts en een gokkantoor van "Paddy Power" gevestigd.

Op de foto's helemaal onderaan zijn respectievelijk het theatergebouw ten tijde van de bioscoop Gaumont en de site van het theater in augustus 2009 te zien.

Schoolbook Bertram Vere Dean Schoolboek Bertram Vere DeanSchoolboek Bertram Vere DeanSchoolboek Bertram Vere DeanMillvina Dean in 1999Onder de derdeklassepassagiers op de Titanic bevonden zich onder andere Bertram Frank Dean samen met zijn echtgenote Eva Georgetta Light (Ettie Dean) en hun kinderen Bertram Vere Dean en Elizabeth Gladys Millvina Dean. Op het ogenblik van de reis was Bertram Vere Dean bijna 2 jaar en Millvina Dean ongeveer 2 maanden. Zij was dan ook de jongste passagier aan boord.

Bertram Frank Dean wou met zijn gezin naar Wichita, Kansas emigreren waar hij reeds familie had wonen. Samen met zijn neef zou hij er een tabakshandel uitbaten.

Oorspronkelijk zou het gezin Dean met een ander schip afreizen maar door de stakingen van de steenkoolwerkers en de tekorten aan steenkool werden zij op de Titanic in derde klasse geplaatst.

In de nacht van 14 op 15 april 1912 had Bertram Frank Dean de aanvaring met de ijsberg gevoeld. Nadat hij poolshoogte had genomen zag hij de ernst van de situatie in en gebiedde zijn vrouw en kinderen zich aan te kleden en naar het dek te gaan.

Uiteindelijk kwamen Ettie Dean en haar twee kinderen in een reddingsboot terecht. Ze werden nadien rond 8 uur in de ochtend opgepikt door de Carpathia. Bertram Frank Dean zelf overleefde de ramp niet, zijn lichaam werd nooit teruggevonden. Eenmaal aangekomen in New York zag Ettie Dean het emigratieverhaal zonder haar echtgenoot niet meer zitten en besloot zij om met de RMS Adriatic terug te keren naar Southampton. Daar woonden zij en haar twee kinderen bij haar ouders in tot ze in 1920 hertrouwde met dierenarts Leonard Burden.

Het schoolboek hiernaast was eigendom van Bertram Vere Dean (ook geschreven Deane). Aangezien het adres erin het adres van dierenarts Leonard Burden is, dateert het boek van na 1920.

Bertram Vere Dean zou uiteindelijk bijna 82 jaar worden. Hij overleed op 14 april 1992, exact 80 jaar na de ramp met de Titanic.

Zijn zus Millvina Dean was de laatste overlevende van de ramp met de Titanic. Ze overleed op 31 mei 2009.

Net als het gezin Dean werden door de ramp met de Titanic honderden gezinnen en families uit elkaar gerukt. De impact op de overlevenden en hun families was dan ook enorm.

Op de foto helemaal onderaan is Millvina Dean te zien in 1999 tijdens een conventie van de "British Titanic Society" in het Hilton hotel te Southampton.

Gedenkkaart ramp Titanic Gedenkkaart ramp TitanicOriginele gedenkkaart van de ramp met de Titanic uit 1912 gedrukt door The East London Printing Co., 7, Houndsditch, London, E.C

De boord en het kruis op de voorzijde zijn afgewerkt met zilverkleurige en zwarte inkt.

Het gedicht op de achterzijde bestaat uit twee strofen van een groter gedicht, "The Wreck of the Hesperus" uit 1842 van de Amerikaanse dichter Henry Wadsworth Longfellow.

Het is geïnspireerd op de sneeuwstorm van 1839 die de noordoostkust van de Verenigde Staten teisterde waarbij 20 schepen verwoest werden en 40 doden vielen.

Aandeel International Mercantile Marine Aandeel International Mercantile MarineAandeel International Mercantile MarineAandeel International Mercantile MarineInternational Mercantile Marine (IMM) was een in 1902 opgerichte trust in een poging de scheepvaart te monopoliseren met de steun van de machtige bankier John Pierpont Morgan.

IMM werd gesticht door scheepsmagnaten Clement Griscom (American Line en Red Star Line), Bernard N. Baker (Atlantic Transport Line), J. Bruce Ismay (White Star Line) en John Ellerman (Leyland Line). Ook de Dominion Line werd overgenomen.

De trust wekte grote bezorgdheid bij de Britse scheepsindustrie en leidde ertoe dat de Britse overheid de bouw van de RMS Lusitania en de RMS Mauretania voor de rederij Cunard Line subsidieerde in een poging concurrentieel te blijven. Beide schepen werden rond 1907 in dienst genomen.

Als tegenreactie gaf IMM scheepsbouwer Harland & Wolff te Belfast de opdracht de RMS Olympic, de RMS Titanic en de HMHS Britannic te bouwen.

Het keerpunt voor IMM kwam kort na 1910. Zij hadden de voorgaande jaren eigenlijk al teveel betaald voor bepaalde overnames en in 1912 kwam daar de ramp met de Titanic bovenop. Hoewel het verlies van de Titanic op zich niet het einde van IMM betekende had de ramp toch wel zware repercussies op de interne organisatie van de trust.

Uiteindelijk kon IMM haar financiële problemen niet langer de baas en zij kon ook de oorspronkelijke doelstelling, namelijk een scheepvaartmonopolie uitbouwen, niet waarmaken. In 1916 werd IMM onder curatele geplaatst en kwam zo in de handen van Philip Albright Small Franklin terecht die rederij kon redden.

Na 1920 kwamen meer en meer oorspronkelijke rederijen weer los van IMM (de White Star Line in 1926) en uiteindelijk werden de laatste overblijvende activiteiten overgenomen door United States Lines in 1932. United States Lines vroeg in november 1986 het faillissement aan en werd in 1992 vereffend.

Hiernaast is een afbeelding van een effect van de International Mercantile Marine te zien met een waarde van 10 preferente ("Preferred") aandelen.

Preferente aandelen geven aan aandeelhouders een aantal voorkeursrechten. Zo geven preferente aandelen recht op een dividend voordat de andere aandeelhouders een dividend ontvangen. Bij de vereffening van het bedrijf worden de preferente aandeelhouders voor de gewone aandeelhouders uitbetaald.  

Preferente aandelen kunnen ook extra stemrechten geven tijdens de Algemene Vergadering.

De aandelen werden door middel van de Intaglio druktechniek gedrukt door American Bank Note Co. te New York. Bovenaan is een schip met 4 schoorstenen te zien. De tekening is niet erg nauwkeurig en het gaat hier dan ook niet om een bestaand schip. Schepen met 4 schoorstenen waren dan ook erg populair in de periode van 1897 tot 1922 (14 dergelijke schepen gebouwd). Onderaan is een Victoriaanse dame te zien met anker en sextant.

Het aandeel werd op 9 mei 1921 "vernietigd" wat de gaten in het papier verklaart.

Ga naar boven